Kochstraat – familie Najjar
‘Mensen denken wel dat alle Syriërs een connectie met elkaar voelen. Maar de provincies in Syrië verschillen net zo van elkaar als Assen van Amsterdam. We hebben vrienden uit Syrië die in Veendam wonen, die zien we eens in de twee weken. Zij komen ook uit Aleppo, dus dat is vertrouwd.’
Salim (40) en Heba* (31) Najjar woonden in een wereldstad met bijna 3 miljoen inwoners: Aleppo. Zij had Arabisch gestudeerd en gaf les. Hij werkte als ingenieur voor de gemeente en inspecteerde de veiligheid van de industrie. Daarnaast was hij bodybuilder, fitnesstrainer en jurylid voor de IFBB, de Internationale Federatie voor Bodybuilding en Fitness.
Ze hadden dus een baan, een rijk sociaal leven. Een auto voor de deur. Net een dochtertje, Nagham. Toen kwam de burgeroorlog. En de burgeroorlog kwam ook naar Aleppo. En toen het na de geboorte van hun tweede dochter, Lor, nog slechter ging, besloten ze te vluchten. Als enige van hun familie en hun vriendenkring. Om hun dochters een veilige toekomst te kunnen geven. ‘Als we geen kinderen hadden, waren we gebleven, denk ik.’
Ze hadden een baan, een rijk sociaal leven. Toen kwam de burgeroorlog.
Salim vertrok, via Turkije, en kwam in Nederland terecht. Hij verhuisde van Ter Apel naar Veenhuizen naar Wageningen naar Arnhem naar Drachten. Daar mocht hij, na negen maanden, zijn gezin over laten komen, want er was een huis voor ze: in Assen. In De Lariks, aan de Kochstraat. Nu drie jaar geleden. Van de gemeentelijke kredietbank kregen ze een lening om het huis te kunnen inrichten.
Natuurlijk was het voor Heba en de kinderen enorm wennen in het begin. Van een grote stad vol hoge gebouwen naar een kleine stad met weinig hoogbouw. Ander weer. Andere taal. ‘We verstaan nog steeds goed Engels. Maar als we het willen spreken, komt er Nederlands uit.’ Maar het was veilig in Nederland, en de kinderen konden naar school.
Het is prettig dat de school van de meiden (10 en 5) dichtbij is. En het centrum van de stad. In het winkelcentrum om de hoek zit een winkel met producten waarmee ze ook in Syrië kookten. En de sportschool is ook niet ver weg.
Het is wel een stille buurt.
Het is wel een stille buurt. Een straat verder woont een vriendinnetje van Naghams school. ‘Als je mensen op straat tegenkomt, zijn ze heel aardig. Maar veel sociaal contact is er niet. Veel mensen van onze leeftijd, andere ouders van school, werken overdag. En ’s avonds zijn ze druk met het gezin.’
Heba en Salim zien zichzelf de komende jaren nog wel in de Kochstraat wonen. Zeker tot het moment dat hun dochters gaan studeren. Salim heeft in de voortuin een paar kersenbomen geplant. In eentje ervan hangt een vogelhuisje dat Lor op school maakte.
Intussen is Heba bezig met een opleiding tot goudsmid. ‘Uit mijn hoofd, creatief met mijn handen bezig, dat is goed voor mij.’ Ze geniet van haar stage bij een edelsmid in Groningen. En ze hoopt, als ze klaar is, een atelier aan huis te beginnen.
Salim wacht tot hij de Nederlandse nationaliteit kan krijgen, en wil zich dan aanmelden bij de politie-academie. ‘Ze willen een veelkleurige politie, en mijn kennis van Arabisch is ook een pre.’ De fitheidstest haalt hij wel. Gelukkig is zijn lidmaatschap van de IFBB ook in Nederland gewoon geldig.
En wat Nagham en Lor willen voor de toekomst? ‘Een speeltuin! Met trampoline!’ Als de foto gemaakt is vraagt Lor: ‘Mag ik Shouf?’ Salim glimlacht: ze combineert Nederlands met Arabisch (‘kijken’).
*Je spreekt de namen van de familie Najjar zo uit:
Salim – Saliem
Heba – Hieba
Nagham – Nègham
Lor – Loor
Nu meer interviews lezen? Scroll naar beneden of Klik hier.
Ben je of ken je iemand in De Lariks? Deel je verhaal!